maandag 25 april 2016

sparen voor pensioen moet je doen? Echt niet!

Onlangs was ik met enkele collega's in Houten voor een bespreking over de woekerpolis.  Eén van mijn collega's merkte op dat we dank zij de woekerpolisaffaire wel hebben bijgeleerd: verzekeraars doen vrijwel niets meer in vermogensopbouw, dat is nu het terrein van de banken, fiscale stimulansen zijn beperkt en slechte producten worden vooraf van de markt geweerd, door middel van een product approval process ( is het nuttig, kost 't niet teveel, is 't begrijpelijk) van onze toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markten. Ach hoe fijn. Jij, brave consument, hoeft je geen zorgen te maken: de overheid ziet toe. Dus je kunt gerust een financieel product aanschaffen; dit zal voldoen aan je verwachtingen en de eisen die je zou kunnen stellen. Een adviseur is daarom ook een stuk minder nodig: voor fouten en valkuilen hoeft u niet immers niet meer behoed. Nou, daar kom je achter.

Van een klant kreeg ik het vriendelijk verzoek om eens te kijken naar een hem aangedragen pensioenvoorstel. Het is dat je digitale brochures niet kunt verfrommelen, anders had ik dit beslist gedaan! "Omdat u de zekerheid van sparen ook wilt voor uw pensioen" staat op pagina één. U kunt op deze rekening banksparen voor een aanvulling op uw pensioen. In de brochure worden duidelijke voorbeelden gegeven: wanneer kunt u beter depositosparen -als u geen belastingaftrek heeft, nogal wiedes-  en duidelijke voorbeelden van te bereiken kapitalen. Ai, daar voelen we enige nattigheid: dat zijn niet bepaald de bedragen die we gewend waren van onze woekerpolis prognoses: toen keken we niet op een tienduizend euro meer of minder! Hier staan nogal bleekneuzige kapitaaltjes in de voorbeelden. Ondanks voorbeelden met 52% belastingteruggave, wat maar weinigen zullen hebben. Wie zich realiseert dat die bedragen dan ook nog eens over een langere periode worden uitgekeerd, en dan zijn belast met inkomstenbelasting  komt tot de conclusie dat de boter niet dik wordt gesmeerd vanuit deze aanvulling. Terwijl er best flink wordt gespaard. Maar ja, 25 jaar of langer 2% rente of zoiets. Dat is wel weinig.

De bank bedient het publiek op zijn wensen, dat kan niet ontkend: in de jaren 90 wilde vrijwel iedereen profiteren van de wonderlijke wereld van beurs en beleggen. Toen waren de beleggingspolissen en aandelenleaseproducten niet aan te slepen. Inmiddels hebben velen de kous op de kop gehad, ze hebben op het hoogtepunt van de beurs enkele jaren een dure beleggingspolis gehad, en dank zij deze beperkte ervaring hebben geconcludeerd dat beleggen niks voor hen is. Zij willen liever de zekerheid van sparen. In dit geval is de droevige conclusie dat de kans dat u met sparen op spaarrente -zelfs met belastingvoordeel- een zodanig kapitaal opbouwt dat dit echt een stevige bijdrage aan uw ouwe dag gaat leveren, zo goed als nul is. Risicomijdend klinkt altijd goed. Neem geen overbodige risico's! Wie vindt dat géén goed advies? Risicomijdend is jammer genoeg ook rendement verminderend! En dan nog: wat is in vredesnaam een overbodig risico?

Ik raad je aan eens naar je pensioenfonds te kijken als je dat hebt: ondanks weinig flexibiliteit, lastig toezicht vanuit de overheid en een vanwege de verplichtingen vrij voorzichtig beleid, beleggen al deze fondsen! Het is simpelweg niet mogelijk een goed pensioen op te bouwen door te sparen. De resultaten van de grote pensioenfondsen zijn 5-6-7 of meer procent per jaar. Dat kun jij toch ook? Wil jij iets gaan doen voor je pensioen? Kijk dan zeker naar beleggen, misschien met garanties, of lage kosten indexfondsen,  waar je je maar prettig bij voelt En wat denk je van je hypotheek aflossen? Dat scheelt nu meteen in de maandlasten, en levert nu meer op dan een spaarrekening. Vraag na of je eventueel belastingaftrek hebt over je inleg vanwege een aantoonbaar pensioentekort, en of de verplichtingen die je krijgt vanwege belastingaftrek je niet teveel binden. Mogelijk is een vrije beleggingsrekening wel veel prettiger. Met een vrij simpel plan kun je van start. Maar geen spaarrekening waarbij de rente 20 jaar vast staat op het laagste niveau sinds Karel de Grote de eerste buurtbarbecue hield ( ergens rond het jaar 800).